Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], bereid mij ook tegelijk een herberg; want ik hoop, dat ik [55]door uw gebeden ulieden [56]zal geschonken worden. 54. Dit doet hij er bij, opdat Filemon, verstaande dat Paulus zelf daar zou komen, te minder dit hem zou weigeren. 55. Die gij voor mijn verlossing doet. 56. Dat is, zal van God uit genade verlost worden, en ulieden gelijk als uit den dood wedergegeven worden. Zie dergelijke wijze van spreken Hand.27:24; Fillip.1:25.